Reders, kooplieden en distillateurs hebben Schiedam een rijke erfenis nagelaten. Het historische stadshart van Schiedam is prachtig bewaard gebleven en uniek in het Rijnmondgebied. De stad is bekend vanwege roemruchte jenevergeslachten: Nolet, De Kuyper, Melchers.
Het mooie van Schiedam: de beperkte schaal van de stad en de volledige beschikbaarheid van een infrastructuur: Rotterdam is immers vlakbij.
Schiedam heeft de hoogste molens ter wereld.
De Schiedamse vlag bestaat uit zes horizontale banen van gelijke breedte, beurtelings in geel en zwart, met geel als bovenste baan. De verhouding van de lengte tot de hoogte is 3 tot 2.
'Achter de Teerstoof, Verbrande Erven
Daar woont het grauw, Jan met de pet
Open riolen waar zelfs de ratten sterven
Groeten uit Zwart Nazareth
Schiedam Zwart Nazareth.'
Schiedam: Zwart Nazareth. De stad dankt haar giftige bijnaam aan de jeneverindustrie. Nolet, Melchers, De Kuyper, families die een fortuin verdienden met gedistilleerd. Tegenover hun welvaart stonden de armoede en de drankzucht onder de arbeiders die werkten in de distilleerderijen, mouterijen en capsulefabrieken.
In de jeneverstokerijen, die aan het begin van de twintigste eeuw uit de stad verdwenen, werkten veel Duitsers. Veel Schiedammers deinsden terug voor het vuile werk. In sommige jaren bestond de bevolking voor twintig procent uit Duitsers.
Schiedam heeft eeuwenlang een mono-economie gehad. Na de haringvisserij en de jeneverstokerij was het in de twintigste eeuw, tot de ondergang ervan in de jaren zeventig, de scheepsbouw waarvan de stad voor haar werkgelegenheid afhankelijk was.
De in Schiedam geboren letterkundige en schrijver Ary Prins (19 maart 1860- 3 mei 1922) schreef onder het pseudoniem A. Cooplandt. Hij was directeur van de Stearinekaarsenfabriek 'Apollo' te Schiedam.
Romans:
Octave DeConinck werd geboren op 20 juli 1894 in Amsterdam en overleed op 16 mei 1974 in Schiedam. Hij heeft heel veel mooie tekeningen gemaakt van Schiedam en omgeving.
Schiedam, 'Zwart Nazareth','hels park van de drank' zoals Emile Mandeau (F. Bordewijk) het noemde in zijn 'plaatsbeschrijving' Verbrande erven (1944), bood in de negentiende eeuw geen florissante aanblik. De jeneverindustrie mag dan in het verleden voor enkelen welvaart gebracht hebben, het overgrote deel van de arbeiders in de branderijen, de zogenaamde 'oude tijers', leefde in bittere armoede. Vaak begon hun werkdag al 's nachts om twee of drie uur. Vele uren stonden zij dan in 'een donkere, vochtig-warme ruimte bij suizende ovenvuren' (Verbrande erven). F. Bordewijk (1884-1965), die in Schiedam jarenlang op verschillende adressen zijn advocatenpraktijk uitoefende, geeft in Verbrande erven een nauwkeurige beschrijving van de oude Schiedamse binnenstad. Bordewijks novelle, met als ondertitel 'Een plaatsbeschrijving' verscheen onder het pseudoniem Emile Mandeau als clandestiene uitgave van De Bezige Bij en werd drie jaar later in de bundel Bij gaslicht (1947) herdrukt.
Verbrande erven geeft meer dan het verhaal van het meisje Neel uit Hazerswoude, dat bij haar oom en tante in Schiedam logeert en op klompen de stad verkent. De novelle beschrijft het Schiedam aan het einde van de negentiende eeuw. Bordewijk schrijft over de stad: 'Des zomers lag zij temidden van het sappigst Hollands weidelandschap te braken als een zwarte vulkaan. De felle vuren der glasblazerijen omkringden haar in een krans helse rozen. Bij vallende avond bekleedde zij zich met een diepe gloed van monumentaliteit. Haar naam droeg een klank van duisternis.
Een kijkje in Uw Oud Schiedam
Och, wil het niet gans vergeten!
Gij hebt er toch zeker ook menig uur
Van echt geluk gesleten.
J.M.A. (Maarten) Biesheuvel werd in 1939 in Schiedam geboren. In het verhaal 'Thalassa!' uit de bundel Slechte mensen (1973) maakt de kleine Maarten met zijn vader een fietstocht over de dijk naar Hoek van Holland. In het kinderzitje op de bagagedrager werd Maarten 'uit elkaar gerammeld, mijn vader zat te vloeken maar hij gaf niet op, hij wilde mij het plezier niet ontnemen en misschien wilde hij zelf ook graag de zee weer eens zien'.
In de verhalenbundel De verpletterende werkelijkheid (1979) vertelt hij hoe hij ternauwernood door zijn broer Arie uit de ouderlijke woning aan de Vlaardingerdijk gered werd, nadat een Engels vliegtuig een bom op het huis van de Biesheuvels in plaats van op de scheepswerf van Wilton Feyenoord had geworpen. Later woont Maarten 'in de Witte Huizen bij het abattoir en het kerkhof in Schiedam, in de Burgermeester van Haarenlaan. Recht tegenover het gat, waar vroeger ons huis stond'.
Rien Poortvliet (1932-1995), een geboren Schiedammer, tekenaar en illustrator die grote internationale bekendheid verwierf. Met name in zijn boeken "Te hooi en te gras" en "Van de hak op de tak" speelt zijn Schiedamse tijd een belangrijke rol.
Voetballer John de Wolf werd op 10 december 1962 geboren in Schiedam. Bijnamen: Wolfie, Big John, Rambo, Beest van Rotterdam, Wolfman. Clubs waarvoor John de Wolf gespeeld heeft: Schiedamse Boys, Sparta, FC Groningen, Feyenoord, Wolverhampton Wanderers, VVV, Hapoel Asjkalon, Helmond Sport, Zwart Wit '28.
In 1983 kocht de schrijver Gerard Reve een monumentaal pand aan de Nassaulaan in Schiedam waar hij samen met zijn vriend Joop Schafthuizen (Matroos Vos) een aantal jaren ging wonen.
In het werk van Gerard Reve zijn de liefde voor jonge jongens en de Mariaverering terugkerende thema's.
© 2024 cadekeijzer.com