King op een Linux-server installeren is niet zo moeilijk, je moet gewoon de installatie-handleiding volgen. Die is prima. En je moet wat kennis hebben van Linux.
Op deze pagina wat details van de installatie, het is geen handleiding, maar meer een impressie van een installatie met behulp van wat screenshots.
De directory voor de database-bestanden heb ik in /home/debian/king/Data gezet, wat niet de bedoeling leek volgens de handleiding, maar wat mij makkelijk leek omdat de map dan in een home-directory van een gebruiker staat, maar wat in een productie-omgeving misschien niet zo gedaan zal worden.
De map van de programmabestanden heb ik wel volgens de handleiding gemaakt in de /opt-map, die verder trouwens helemaal leeg was, wat ook wel weer goed uit kwam, want dan weet je tenminste dat alles wat er in die map staat met King te maken heeft.
In de data-map komen de administraties, het Qsysteem en de Client-map. Als je deze vanuit Windows kopieert naar de Linuxserver dan worden alle letters van de bestandsnamen omgezet in kleine letters, wat een probleem is omdat Linux wel verschil ziet tussen grote en kleine letters en Windows niet. Ik heb de bestandsnamen daarom met de hand weer aangepast zodat er ook weer hoofdletters in staan. Alternatief is natuurlijk om case sensitivity uit te schakelen in het samba configuratiebestand. In een productie-omgeving is het misschien handig om administraties een nummer te geven in plaats van een naam, zodat problemen met verschillen in spelling met hoofdletters en kleine letters voorkomen worden.
In de Client-map komt Client.ini dat er bij mij zo uitziet:
De naam van de Linuxserver is REDDRAGON en KINGSERVER heeft het cijfer 4 omdat ik nog meer King-installaties heb draaien en daar niet mee in conflict wilde komen.
Wat zag Samba eigenlijk?
Om de King-server te starten is een shellscript het handigste, want er moeten een aantal parameters worden meegegeven en zowel PATH als LD_LIBRARY_PATH moeten worden aangepast.
Het shellscript moet ook uitvoerbaar gemaakt worden:
Het starten van de server geeft wat meldingen in een terminalvenster, de eigenlijke test is natuurlijk het starten van een client op een Windows computer. Die Windows-installatie van een client is hetzelfde als bij een client-installatie met een Windows-server.
Het shellscript om de server te starten had ik in de map Documenten gezet, waarschijnlijk ook geen logische keuze in een productie-omgeving, maar voor mij wel makkelijk.
© 2025 cadekeijzer.com