Spiekpagina Sneltoetsen Windows
Toetsenbordsneltoetsen in dialoogvensters
- F1
- Help-informatie weergeven.
- F4
- De items in de actieve lijst weergeven.
- CTRL+TAB
- Naar het volgende tabblad gaan.
- CTRL+SHIFT+TAB
- Naar het vorige tabblad gaan.
- TAB
- Naar de volgende optie gaan.
- SHIFT+TAB
- Naar de vorige optie gaan.
- ALT+Onderstreepte letter
- De desbetreffende opdracht uitvoeren of de desbetreffende optie selecteren.
- ENTER
- De opdracht voor de actieve optie of knop uitvoeren.
- SPATIEBALK
- Het selectievakje in- of uitschakelen als de actieve optie een selectievakje is.
- Pijltoetsen
-
- Een keuzerondje selecteren als de actieve optie uit een groep keuzerondjes bestaat.
- BACKSPACE
- De map op het bovenliggende niveau openen als er een map is geselecteerd in het dialoogvenster Opslaan als of Openen.
Toetsenbordsneltoetsen in Windows 2000
- F2
- De naam van het geselecteerde item wijzigen.
- F3
- Zoeken naar een bestand of map.
- F4
- De lijst van de adresbalk weergeven in Deze computer of in Windows Verkenner.
- ALT+F4
- Het actieve item sluiten of het actieve programma afsluiten.
- CTRL+F4
- Het actieve document sluiten in programma's waarin meerdere documenten tegelijkertijd geopend kunnen zijn.
- F5
-
- Het actieve venster vernieuwen.
- F6
- Schermelementen afwisselend weergeven in een venster of op het bureaublad.
- F10
- De menubalk in het actieve programma activeren.
- SHIFT+F10
- Het snelmenu van het geselecteerde item weergeven.
- CTRL+C
- Kopiëren.
- CTRL+X
- Knippen.
- CTRL+V
- Plakken.
- CTRL+Z
- Ongedaan maken.
- DEL
- Verwijderen.
- SHIFT+DEL
- Het geselecteerde item definitief verwijderen zonder het item in de Prullenbak te plaatsen.
- CTRL terwijl u een item sleept
- Het geselecteerde item kopiëren.
- CTRL+SHIFT terwijl u een item sleept
- Een snelkoppeling naar het geselecteerde item maken.
- CTRL+PIJL-RECHTS
- De invoegpositie naar het begin van het volgende woord verplaatsen.
- CTRL+PIJL-LINKS
- De invoegpositie naar het begin van het vorige woord verplaatsen.
- CTRL+PIJL-OMLAAG
- De invoegpositie naar het begin van de volgende alinea verplaatsen.
- CTRL+PIJL-OMHOOG
- De invoegpositie naar het begin van de vorige alinea verplaatsen.
- CTRL+SHIFT met een van de pijltoetsen
- Een tekstblok markeren.
- SHIFT met een van de pijltoetsen
- Meerdere items in een venster of op het bureaublad selecteren, of tekst in een document selecteren.
- CTRL+A
- Alles selecteren.
- CTRL+O
- Een item openen.
- ALT+ENTER
- De eigenschappen van het geselecteerde item weergeven.
- ALT+TAB
- Schakelen tussen geopende items.
- ALT+ESC
- Items afwisselend weergeven in de volgorde waarin ze zijn geopend.
- ALT+SPATIEBALK
- Het systeemmenu voor het actieve venster weergeven.
- CTRL+ESC
- Het menu Start weergeven.
- ALT+Onderstreepte letter in een menunaam
- Het desbetreffende menu weergeven.
- Onderstreepte letter in een opdrachtnaam in een geopend menu
- De desbetreffende opdracht uitvoeren.
- PIJL-RECHTS
- Het volgende menu aan de rechterzijde openen of een submenu openen.
- PIJL-LINKS
- Het volgende menu aan de linkerzijde openen of een submenu sluiten.
- BACKSPACE
- De map die zich één niveau hoger bevindt, bekijken in Deze computer of in Windows Verkenner.
- ESC
- De huidige taak annuleren.
- SHIFT wanneer u een cd in het cd-rom-station plaatst
- Verhinderen dat de cd automatisch wordt gestart.
Toetsenbordsneltoetsen van Windows Verkenner
- END
- De onderkant van het actieve venster weergeven.
- HOME
- De bovenkant van het actieve venster weergeven.
- NUM-LOCK + STERRETJE op numeriek toetsenblok (*)
- Alle submappen van de geselecteerde map weergeven.
- NUM-LOCK + PLUSTEKEN op numeriek toetsenblok (+)
- De inhoud van de geselecteerde map weergeven.
- NUM-LOCK + MINTEKEN op numeriek toetsenblok (-)
- De geselecteerde map samenvouwen.
- PIJL-LINKS
- De huidige selectie samenvouwen als deze uitgevouwen is, of de bovenliggende map selecteren.
- PIJL-RECHTS
- De huidige selectie weergeven als deze samengevouwen is, of de eerste submap selecteren.
Het is vandaag
donderdag
acht-en-twintig
november
2024.